Geen titel

Vorige week zat Kamagurka in Zomergasten (NED2) en ik leerde uit dat gesprek dat je eerst iets moet maken voor je begint na te denken en het kritisch stemmetje in je hoofd de overhand laat nemen. Zou dat ook voor tennissen gelden? Voor het schrijven van een Vers uit de raket? Er zit er soms niks anders op. Ik heb zelf moeten tennissen in prime time en ben pas na twaalven thuisgekomen. Dus nauwelijks wedstrijden kunnen zien. Ik had het bovendien al moeilijk genoeg om het overzicht te houden op mijn eigen wedstrijd. Noodgedwongen volgen dan maar wat chaotische en niet altijd terzake doende verhaaltjes vóór het slapengaan. Ook een beetje om de mannelijke helft van het hoofdredacteursduo te koeioneren. Hij werd een paar verzen geleden door de talentvolle nieuwe versschrijver Bram V. nogal onterecht de hemel in geprezen. Hoe fijn de verzen deze jaargang ook weer waren, misschien moet het stalinistische regime van deze chef-hoofdredacteur (naam en adres bekend bij de redactie) toch even aangekaart worden. Verboden dit, verboden dat, omkoperij, vervalsen van halve waarheden, manipulatie, tweedracht zaaien, zijn vrouw de schuld geven, enzovoort. Dat hij een beetje op de dool is heeft volgens mij zijn oorsprong in de liters heroïne die hij indertijd spoot tussen de Lido en de Rumba in Leuven, samen met (echt waar) Grant Hart van Hüsker Dü, toch zo’n beetje de beste band van de eighties. Het LSD-hemd waarvan in een eerder vers gewag werd gemaakt is helemaal geen toeval. Grant Hart legde het loodje, die andere werd dus hoofd van onze redactie.

Desondanks, prachtbijdrages dit jaar! De riek van Patrick stak nog maar net in de gravel of Frederik begon al stevig te balen. Tom raasde tegen een volle 40 per uur door de Spikstraat en ook het vers van Tim was sterkens. Walder boven Walder kon Hilde, ondanks een verbod vanuit de hoofdredactie, zowaar een stukje poëtische verzen in deze literaire hoogmis van ons kampioenschap brengen. Enfin, het waren eigenlijk freshes, want het was in het Engels. Elke breide er (jaja, met garen) enkele marketingtrucs aan om een veelgelezen tekst te schrijven en liet ook zien dat je hier foto’s kan uploaden. Ik zou Elke V. toch willen zeggen dat veelgelezen niet noodzakelijk betekent dat het een goede tekst is. Haar man, de autocraat waarover ik het hierboven al had, had haar duidelijk de eerste paragraaf ingefluisterd waarin de redactieleden werden bestempeld als zootje ongeregeld. Soit, toch even beklemtonen dat ook de andere versschrijvers schitterende bijdrages toverden, maar ik kan nu ook weer niet voor iedereen een woordspeling bij hun naam bedenken. Wie ik bewust niet vermeld is Ief D., die noemde Harry L. en mij “twee oude mensen”.

Wie ik dit jaar niet op het veld heb gezien, is onze voorzitter. Ik kwam hem vandaag tegen, gaf hem een sportieve Wezemaalse handdruk op borsthoogte en vroeg hoe het ermee was. Bleek dat hij helemaal niet meedoet aan het clubkampioenschap. Toen ik hem vroeg het dat kwam, antwoordde hij met een onpeilbaar gezicht “ik ben gekwetst.” Ik keek al naar zijn knieën en ellenbogen en vroeg, me van geen kwaad bewust, “Oei, waaraan dan?” “Ik ben gekwetst door wat je vorig jaar schreef,” zei hij met een moegetergd maar streng gezicht. Zijn wenkbrauwen trilden, er kwamen vonken uit zijn baard. “Je liet uitschijnen dat ik zou gezegd hebben dat mijn club uit een bende psychotici met een alcoholprobleem bestond en je vergeleek onze leden met een gedicht op sterk water.” Dat had hij dan toch onthouden… “Ja maar, Patrick,” onderbrak ik hem, “het was allemaal wáár, het is misschien de waarheid die kwetst!”. Ik zag iets van een pijnscheut in zijn onderlip en hij mompelde binnensmonds “met u valt niet te praten.” Ik had het gelukkig niet verstaan.

Wat een natuurpracht toch elk jaar op Tennis Wezemaal. Gisterennacht nog een net niet volle bloedmaan die een warme glinstering over de benevelde ruggen van Walter M. en Frederik V. (die het nu wéét van Walter) wierp. Hun overwinning wierp dan weer een donkere schaduw over onze cluburoloog Frank V. en de immer synaptische Franky. Vandaag een blauwe supermaan. Verliezers vlogen met hun vochtige verliersbonnetjes in de drank, omgeven door een zwerm droefheid en een zwerm sterretjes. Maar over een groep wandelaars in Lier hing enkele dagen terug een zwerm Europese hoornaars! Sindsdien zit de schrik er in bij heel wat spelers. Na de “Hellegathonden” (album 208) en “De woeste wespen” (album 211) zou “Hoornaars in het Hellegat” een geweldige titel zijn voor een nieuw album van Suske en Wiske (album 370). Sophia Hoornaart was gisteren veiligheidshalve al opgedragen haar wedstrijd snel te verliezen en stilletjes Wezemaal te verlaten. Zoals u intussen wel weet, zijn er twee varianten bij die hoornaars: de Europese en de Aziatische. Volgens onze dictatoriale redactiedespoot die ook tot Natuurpunt en Groen Rotselaar behoort, zijn de Europeanen onschuldig, maar de Aziaten levensgevaarlijk en agressief. Ze zouden onze eigen honingbijen opeten, met stokjes. Als u het mij vraagt, neigt dat een beetje naar racisme.

Ook waargenomen op de onderkant van het aan het terras aanleunende glas van Padel1: het mannetje van de Nachtpauwoog. Om de interactie met de lezer te bevorderen (dank je wel, Elke), hieronder een foto:

In tegenstelling tot bij de meeste clubleden, is het mannetje van deze nachtvlinder kleiner, kleuriger en mooier dan het vrouwtje. Het oog op hun vleugels dient om vijanden af te schrikken. Kenmerkend is verder dat de soort ook overdag actief is. Deze zeldzame op de rode lijst staande fladderaar had meer oog voor padel dan voor tennis. Net zoals heel wat leden trouwens, maar daar mag ik het van onze hoofdtiran van de redactie niet over hebben.

Dus laten we het daar eens even over hebben…

Zoals met de Aziatische en Europese hoornaars, treedt er een steeds duidelijkere polarisering op tussen tennissers en padellers, met hier en daar al verbale vijandelijkheden. Heel wat tennissers van allerlei niveaus zijn overgestapt en vinden padel leuker.  Discussies over uitbreiden van het één en inkrimpen van het ander laaien op. Stand-up comedian Jeroen Verdick breekt padel dan nog eens helemaal af als “jokari voor mensen met vrienden”, met een “raket met een kurreke aan zodat ge u niet moet bukken as ’t valt”: https://youtu.be/hR3qX4Lbloo

Maar je had de padellers moeten zien vorige zondag! Een orkaan had heel de club doen onderlopen. Terwijl de tennissers berustten in het lot, begonnen de padellers blootvoets met een aftrekker in de hand, de waterstromen weg te keren zodat hun clubkampioenschap geen vertraging zou oplopen. Een prachtig tafereel, het zweet gutste van hun aangezicht waardoor ze in feite wel een beetje dweilden met de kraan open.

Respect dus voor padellers! Intussen waren de tennisvelden veranderd in oceanen. Zou het daarom zijn dat het de laatste tijd soms naar vis ruikt op de tennisvelden?

Ik begrijp het gedoe tussen die twee sporten zelf niet zo goed. Het is toch zo’n beetje als met Duvel en Omer. Je kan van allebei genieten en je kan ze gerust na mekaar drinken!

Ik weet niet of u het ook heeft opgemerkt, maar zowel bij de tennissers als de padellers is het intussen allemaal Head wat de klok slaat op de club: headpetjes, headpadelrackets, headtennisrackets, headshirts, headsets, headhunters, overheadkosten, headbangers, Sven die Mötorhead draait, Radiohead, Can’t get you out of my head, What’s in your heaaaaaad, zombie, zombie. Misschien zit het gewoon in mijn hoofd. Ik krijg er in elk geval kop nog staart aan. Een punthoofd. Maar wat was nu eigenlijk mijn punt? Geen idee. Eerst schrijven en dan pas nadenken, zegt Kamagurka.

Even wat lidspotten. Ik had het eerder al over onze cluburoloog, maar ik bedoel hier gewoon het spotten van enkele opvallende clubleden of hun gedragingen.

Zo is niets sneller dan de reflexen van Harry Laureys (die den dikke én den dunne in zijn naam heeft). Ondanks zijn 69 en zijn kapotte knieën brengt hij de moeilijkste ballen vlakaf en op de man af terug. Vandaag moest hij de duimen leggen tegen zijn vriend (allez, dat denk ik toch) Paul S.

Wie ook flitst is Frank Van Daele. Ik heb hem nog nauwelijks gezien, dat hij zowat al zijn wedstrijden met 6-0 6-0 wint, kan er iets mee te maken hebben.

Ik meende overigens al enkele keren in de verte een actrice te spotten die uit een serie als Big Little Lies kwam gesprongen. Opeens stond ze langs de baan waar ik speelde en zag ik dat het C. Tjak was. Ik groette haar met een zoen op de wang (tjak) en dan ben ik Colin Farrell.

Allez toch in de rapte nog een paar uitslagen van vanavond.

K. Beyen werd niet opgegeten door S. Hoornaert, maar door Gert E. Bij Burt V.. heb ik vastgesteld dat hij vervaarlijke schijnbewegingen maakt wanneer hij aan het net staat. Zou hij zo Aziatische hoornaars willen verjagen?

Jong talent Broes (Willis) en J. Jolly (Jumper). wonnen vlot van resp. Tom J en Jelle V.. Geert V. verloor na een démarrage van S. Nys

Wie een patent heeft op superspannende matchen is Ingrid T. Na de marathon van gisteren waarin ze met An DL met 6-7 7-6 12-10 (is dat al ooit voorgevallen?) na meer dan 3 uren het laken (😉) naar zich toetrok, deed ze zoiets vandaag opnieuw met Franky S.  

Tot zover. Om de traditie van vorig jaar verder te zetten, eindig ik met een pretentieloos gedichtje om de spieren te zalven, de gemoederen te bedaren en de relatie met de hoofdredacteur helemaal om zeep te helpen.

___________

Dat alles over liefde gaat

schrijft Bart Moeyaert terwijl hij zijn verliezersbon

verkoopt aan Omer, zijn ziel aan Duvel

De volbloedmaan wordt een blauwe superman

die komaf maakt met onze intussen welbekende redactietiran

Tennis zou een affaire hebben met padel

Blauw is op zijn mooist naast oranje, behalve in de politiek

waarover niet gesproken wordt in het Wezemaalse groen

Nachtpauwogen staren tussen de pijpenstelen

en niemand heeft nog oor naar

de hoornaar

Vocht hangt in het pulletje

dat we thuis vergaten, spinnen luizen in de pels

van de poes die fluistert: erotiek moet weer binnenshuis

met een kus, tjak, op de mond van de Spaanse voetbalbond

Maar eerst nog met de wagen  

door de volgelopen Hellegaten van de parking

____________

Zo, nu enkel nog ondertekenen. Dacht ik vorig jaar even anoniem te blijven tot bleek dat je naam verschijnt als je op de titel van het vers klikt. Dus ik ben slim geweest en heb gewoon geen titel genomen. Dus ook geen “klikaas”. Maar anonimiteit is eigenlijk niet meer nodig, de redactionele hoofdzombie weet me toch te vinden. In de weet dat dit wellicht mijn laatste vers was, onderteken ik gewoon open en bloot met mijn eigen naam.

Hasta la pizza,

Otto V.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *